Vragen over de gedragscode Zon op Land
Waarom is een gedragscode zon op land nodig?
Zon op land is een nieuwe activiteit die het landschap en het grondgebruik gaat beïnvloeden. Daar zijn wensen en zorgen over in Nederland. Veel van deze wensen en zorgen zijn in regelgeving afgedekt, maar voor sommige elementen is dit (nog) niet goed mogelijk en dus niet het geval. Om toch rekening te houden met deze elementen heeft de zonne-energie sector met relevante organisaties een gedragscode gemaakt. Daarin staan de overeenstemmende principes en voorschriften.
Wat staat er grofweg in de gedragscode zon op land?
In de gedragscode ‘Zon op land’ staat onder meer dat zon op land nodig is voor het halen van de doelen van de energietransitie. Ook staan er principes in die worden gehanteerd bij de aanleg van zonneparken. Deze principes zijn hieronder weergegeven.
1. We betrekken omwonenden in de keuzes over het plan en het ontwerp van het zonnepark. Tevens bieden we omwonenden de mogelijkheid om financieel te participeren en te profiteren.
2. We bieden meerwaarde aan de omgeving door een goede locatiekeuze en vormgeving. De keuze voor locatie en vormgeving moet bijdragen aan het woongenot van de omwonenden en een goede biodiversiteit.
3. We zorgen dat het oorspronkelijk grondgebruik mogelijk blijft tijdens de levensduur van het zonnepark. Planologisch en fysiek.
Betekent de procesparticipatie dat zonneparken er alleen komen indien de omgeving akkoord is?
De omwonenden vormen een belangrijk onderdeel van de omgeving. Echter er zijn altijd verschillende meningen. Het is van groot belang dat een zonnepark een groot draagvlak heeft onder omwonenden. De code schrijft voor dat de bewoners rond een zonnepark vanaf het begin betrokken worden bij de vraag: hoe kan er financieel geparticipeerd en geprofiteerd worden?
Wat als de mooie ambities van meerwaarde qua natuur niet gehaald worden?
Wanneer de ambities uit de gedragscode niet gehaald worden zal het plan en beheer van het zonnepark aangepast moeten worden.
Waren er ook organisaties die weigerden te tekenen?
Expliciete weigeringen zijn niet aan de orde geweest. Voor sommige partijen is het tekenen überhaupt niet aan de orde, zoals bijvoorbeeld overheden.
Waarom tekent LTO (de branchevereniging van de agrarische sector) niet mee?
Met LTO is gesproken en de concepten zijn voorgelegd voor commentaar. De meningen lijken divers binnen de agrarische gemeenschap: variërend van tegenstanders tot agrariërs die zelf het initiatief nemen voor een zonnepark. Daarom bleek steun lastig.
LTO Nederland maakt zich zorgen over zon-op-agrarisch land. Wat vindt u daarvan?
LTO Nederland sluit zon op agrarisch land niet uit, maar benadrukt de zonneladder. Hierbij wordt eerst gekeken naar bijvoorbeeld daken en restgronden. Onze gedragscode omarmt die gedachte. We zijn erg voorstander van een aparte, ruimere subsidiecategorie voor bijvoorbeeld daken in de SDE of voor overdekte parkeerterreinen. De code sluit zonneparken op agrarisch land niet uit. Zonneparken zullen onder de code goed worden vormgegeven in samenspraak met de omgeving en zijn juist een kans voor agrariërs: veel boeren kiezen ervoor om van een deel van hun land een zonnepark te maken zodat ze hun bedrijf kunnen voortzetten.
De Rijksadviseur voor het landschap adviseerde onlangs om geen SDE-subsidie te geven voor zon op agrarische land. Ook LTO-Nederland neigt naar die zienswijze. Wat vindt u daarvan?
Een veel te rigoureuze maatregel. Met de gedragscode zorgen we dat mooie landschappen behouden blijven worden of dat het landschap zelfs versterkt wordt. We vragen gemeenten en provincies hetzelfde te doen als de vergunningverlenende overheid. Vooraf stellen dat ieder zonnepark ook bij goede inpassing per definitie altijd minder mooi is dan ieder ander agrarisch grondgebruik, gaat ons veel te ver.
Het Planbureau voor de Leefomgeving presenteerde deze week een rapport waarin ze zorg uitten voor de teloorgang van het landschap; onder andere door zonneparken. Wat vindt u van deze zorg?
Die zorg delen wij zeker, het is onder andere de reden voor het opstellen van deze gedragscode. We hebben als ondertekenende partijen, in samenspraak met landschapsorganisaties (oa. Rijksdienst cultureel erfgoed), gesproken over voorschriften die we hierin kunnen opnemen. Met de code hebben we respect voor waardevolle landschappen. We gaan niet in ‘beschermde landschappen’ zonneparken ontwikkelen, tenzij het park een aantoonbare verbetering voor het landschap betekent. Ook in de gebieden buiten deze beschermde landschappen schrijft de code voor om een landschapsarchitect te betrekken en advies te laten geven over de passendheid en vormgeving van een zonnepark in het gebied.
Mooie afspraken: hoe is de handhaving ervan?
Ten eerste wordt voor de natuur een monitoringsprogramma ontwikkeld door de zonne-energie sector samen met de WUR. De monitoring is openbaar. Daarnaast kan iedereen bij de ondertekenaars en Holland Solar specifiek aankaarten wanneer een ontwikkelaar de code breekt. Dan volgen de stappen zoals in H.5 van de code beschreven (eerst een goed gesprek voeren, wanneer dat niets oplevert een royement en publiek maken dat het bedrijf de code niet naleeft).
De gedragscode Wind op Land kent een fonds van 50ct/MWh voor de omgeving. Waarom niet voor deze code?
Zon op land is een andere techniek, met hele andere issues dan wind op land. Geluid en slagschaduw gelden wel voor wind, niet voor zon. Beheer van de bodem, landschap en ruimte voor natuur gelden weer meer voor zon, minder voor wind. De codes verschillen van elkaar. De logica om omwonenden te compenseren is ook verschillend. Bovendien is er nu een Klimaatakkoord een paragraaf financiële participatie opgenomen, die met de code wordt omarmd. Om al deze redenen is een exact geformuleerde eis over een aanvullende omgevingsbijdrage niet logisch. Het is wel een optie, daarom staat deze genoemd.
Waarom geldt de code niet voor bijvoorbeeld het IJsselmeer?
De kwesties bij drijvende zonnepanelen zijn wezenlijk anders. De bepalingen over bodembeheer, niet spuiten, maaibeheer of omwonenden gelden natuurlijk niet bij zon op water. Zon op water is nu nog een zeer kleine sector waar op dit moment weinig projecten zijn. Mocht er meer gebruik gemaakt worden van zon op water, dan kan daarvoor ook een code aan de orde zijn.
Heel veel bedrijven zijn geen lid van Holland Solar en zijn dus niet gebonden aan de code. Gaan zij gewoon door met hun wijze van ontwikkelen?
Dat zou kunnen. Daarom vragen we in de code expliciet grondeigenaren, energiecoöperaties en overheden (zoals gemeenten en provincies) als bevoegd gezag. Daarnaast vragen we aanbestedende overheden als Rijkswaterstaat en RVB om, in lijn met de code, initiatieven voor projecten te beoordelen en om alleen samen te werken met projecten die de waarden van de code naleven. Wanneer dit niet gebeurt, krijgen we inderdaad de situatie dat de projecten die zich nergens iets van aantrekken goedkoper en beter lijken.