Vragen over de energietransitie

Waarom is de energietransitie van belang?

Door de CO2-uitstoot warmt de aarde op, waardoor het klimaat verandert. Daarnaast raakt de voorraad van fossiele energiebronnen op, waardoor op den duur niet aan de energievraag voldaan kan worden. Voor beide problemen biedt de energietransitie een oplossing.

 

Wat wordt er Europees gedaan op het gebied van zonne-energie?

In Europa wordt veel aandacht besteed aan zonne-energie. In 2020 werd voor het eerst (!) meer zonne-energie opgewekt dan energie uit fossiele energiebronnen. Zonne-energie komt het snelst op van alle energiebronnen. Europa steunt het gebruik van duurzame energiebronnen en een efficiënt gebruik van energie, zodat de uitstoot van CO2 beperkt wordt.

 

Hoelang duurt het voordat Nederland klimaatneutraal is?

Het aandeel duurzame energie ten opzichte van het totale energieverbruik in Nederland ligt op dit moment rond de 12%. Het is lastig om in te schatten wanneer Nederland klimaatneutraal zal zijn. Duidelijk is wel dat er nog veel werk te verzetten is.

 

Hoe investeert de Nederlandse overheid in de energietransitie?

Om het opwekken van zonne-energie te stimuleren, worden door de overheid subsidies verstrekt aan deelnemende partijen. Er zijn verschillende subsidies van kracht voor het opwekken van zonne-energie op kleinschalig (bijvoorbeeld particulier) en grootschalig (zonneparken) niveau. Deze investering betaalt zich op den duur uit: tot op heden is het overgaan op zonne-energie nog duurder dan het gebruik van fossiele brandstoffen. De zonne-energiesector is in volle ontwikkeling en wordt daardoor steeds rendabeler. De klimaatvoordelen van deze ontwikkeling zullen in toenemende mate terugvloeien naar de maatschappij.

 

In hoeverre draagt het opwekken van zonne-energie bij aan het behalen van de klimaatdoelen van het klimaatakkoord in 2030?

In het klimaatakkoord wordt gestreefd naar 70% duurzame stroom in 2030. In de zomer van 2020 werd 27% van de stroom duurzaam opgewekt. Om het doel van 70% in 2030 te behalen is het van belang om nog veel meer zonne-energie op te wekken dan dat nu gebeurt.

 

Waarom zijn er subsidies nodig om zonne-energie te stimuleren?

Tot op heden is het verbranden van fossiele bronnen om energie te produceren nog goedkoper dan het opwekken van energie uit duurzame bronnen. Omdat de transitie van fossiele bronnen naar duurzame bronnen te faciliteren wordt de opwekking van duurzame energie tijdelijk gesubsidieerd.

 

Gaat er Nederlandse subsidie voor duurzame energie naar het buitenland?

Nee. De Nederlandse subsidieregeling voor duurzame energie (SDE++) is bedoeld voor de ontwikkeling van duurzame energieprojecten op Nederlands grondgebied. Het verstrekken van de subsidie is gebonden aan strikte voorwaarden en wordt gebruikt om het gat te overbruggen tussen de marktprijs van de geleverde energie en de kostprijs van de duurzame energie. Of en hoeveel subsidie een project kan ontvangen, hangt af van de gebruikte technologie, de ontwikkelingen op de energiemarkt en de hoogte van het totale subsidiebudget. Kortom: de subsidie wordt volledig ingezet voor de opwek van duurzame energie op Nederlands grondgebied en daarmee voor het behalen van de Nederlandse klimaatdoelstellingen.

 

Hoe zit het dan met buitenlandse bedrijven, die strijken toch de winst op?

De Nederlandse SDE++-subsidie wordt volledig ingezet voor de opwek van duurzame energie op Nederlands grondgebied. Veel bedrijven in de Nederlandse energiesector werken internationaal, dus zowel in Nederland als in het buitenland. Dat komt mede door de liberalisering van deze sector. Daarmee is de energiemarkt niet anders dan andere internationale markten, zoals die in levensmiddelen en consumentengoederen. In bijna alle gevallen worden zonneparken ontwikkeld door Nederlanders vanuit een (ook) in Nederland gevestigd bedrijf en blijven deze bedrijven voor de volle looptijd van het project beheerder en aanspreekpunt voor omwonenden. Ook als het park in eigendom komt van investeerders, zoals een pensioenfonds. Daarnaast verdient de Nederlandse economie wereldwijd aan de energietransitie. Zo werken Nederlandse bedrijven ook aan zonneweides in Spanje of in Afrika. Dit levert duizenden banen en veel investeringen op die ook in Nederland weer gebruikt worden voor nieuwe projecten.

 

Hoeveel ruimte is er nodig om de zonnestroom-ambities tot 2030 te verwezenlijken?

Door innovatie neemt de efficiëntie van zonnepanelen snel toe waardoor zijn er steeds minder zonnepanelen nodig zijn om dezelfde hoeveelheid duurzame energie op te wekken. Naar verwachting kunnen we over een aantal jaar zonne-energie op zee opwekken, op auto’s en vrachtwagens, en zijn zonne-energiesystemen verwerkt in de muren en daken van gebouwen. We hebben in Nederland meer dan genoeg ruimte om heel Nederland uiteindelijk van duurzame stroom te voorzien. Maar om klimaatverandering op tijd te kunnen stoppen, zullen we voor de kortere termijn alle mogelijke oppervlakken, en dus ook grond en water, moeten gebruiken voor zonneparken.

 

Passen zonnepanelen niet gewoon allemaal op daken in plaats van ook op land?

Op dit moment hebben we zowel zonne-energie op dak als zonne-energie op land nodig, zoals ook de Rijksoverheid onderschrijft in de zonneladder en de Nationale Omgevingsvisie. Wellicht past het opwekken van duurzame zonne-energie op de lange termijn helemaal op daken. Hier is echter nog veel voor nodig. Zo moeten zonnepanelen nog efficiënter worden waardoor er minder nodig zijn om dezelfde hoeveelheid duurzame energie op te wekken. Ook moeten meer daken geschikt gemaakt worden voor zonne-energie. Niet alle daken kunnen namelijk het gewicht van zonnepanelen dragen. Verder is het van belang dat gebouweigenaren hun daken gebruiken voor zonnepanelen of deze ter beschikking stellen aan anderen om daar zonne-energie op het dak op te wekken. Al deze redenen zorgen ervoor dat het nodig is om nu en de komende jaren ook zonnepanelen op de grond te plaatsen. Zonder het plaatsen van zonneparken op de grond is het niet mogelijk om op tijd de klimaatdoelen te halen en zal klimaatverandering een nog groter effect hebben op de wereld om ons heen.

 

Hoeveel landbouwgrond is er nodig om de ambities uit het klimaatakkoord te behalen?

Op dit moment zijn zeven van de acht zonnepanelen in Nederland op daken geïnstalleerd en van de grootschalige zonnestroomsystemen wordt 75% op daken geplaatst. Als we op de huidige voet doorgaan zal in 2030 ook 75% van het opgesteld zonnestroomvermogen op daken zijn geplaatst en 25% in zonneparken. Voor zonneparken is in dat geval 25%*17.500 hectare= 4375 hectare nodig. Als deze zonneparken allemaal op landbouwgronden zouden worden geplaatst zou minder dan 0,25% van het totale areaal aan landbouwgrond in Nederland voor deze zonneparken nodig zijn. Om dit percentage tastbaar te maken komt dat neer op ongeveer één zonnepark per gemeente. In de praktijk zal het veel minder zijn omdat ook water en andere gronden (zoals braakliggend terrein, vuilstortplaatsen, parkeerterreinoverkappingen, etc.) voor zonneparken gebruikt gaan worden.
 

 

Waarom zou je op dezelfde locatie zowel zonnepanelen als windmolens plaatsen?

Het heeft meerdere voordelen om op één locatie zonne- en windenergie te combineren. Het is efficiënt ruimtegebruik en zorgt voor lagere kosten en meer efficiënt gebruik van de stroomkabels die de energie moeten ‘afvoeren’ (netinfrastructuur). Dat zit zo: wanneer de zon schijnt, waait het meestal minder en wanneer het hard waait, schijnt de zon meestal minder. Door een combinatie van beide energiebronnen zorg je voor een meer continue voorziening van duurzame energie op één en dezelfde kabel. Zo wordt er optimaal gebruik gemaakt van de infrastructuur en wordt voorkomen dat er op veel verschillende plekken extra kabels en transformatoren moeten worden aangelegd.

 

 

Hoe gaat het energienetwerk van kabels en buizen veranderen door de energietransitie?

Onze energie-infrastructuur is nu nog grotendeels ingericht op fossiele bronnen, dus er zijn veel buizen voor het vervoer van gas en de elektriciteit wordt opgewekt door een beperkt aantal grote centrales, vanaf waar de stroomkabels steeds verder vertakken naar afnemers (huishoudens, bedrijven, industrie). Doordat we steeds meer energie van zon en wind gaan gebruiken, zal het energienetwerk moeten worden aangepast: de opwek zal op veel meer locaties gaan plaatsvinden en vanaf daar worden getransporteerd. Ook zullen we meer stroom gaan gebruiken en minder gas, waardoor er meer en zwaardere elektriciteitsinfrastructuur moet komen. De keuzes die we nu maken (hoeveel zon en hoeveel wind en waar de opweklocaties komen) heeft effect op hoe efficiënt het netwerk in de toekomst functioneert en hoe duur de aanpassingen zijn.