Zonne-energie vervult een belangrijke rol in de energietransitie. In Nederland leggen we veruit het grootste deel van de zonnepanelen op dak (ongeveer 80%). Het liefst leggen we zoveel mogelijk zonnepanelen op daken, maar als we in 2050 klimaatneutraal willen zijn kan dat niet snel genoeg. Toch leven er over zonneparken veel vragen in de samenleving. Bijvoorbeeld over de invloed op het elektriciteitsnet en de omgeving. Deze en andere veelgestelde vragen over zonnepaken beantwoorden we in deze Q&A.
In Nederland leggen we veruit het grootste deel van de zonnepanelen op dak (ongeveer 80%). Het liefst leggen we zoveel mogelijk zonnepanelen op daken, maar als we in 2050 klimaatneutraal willen zijn kan dat niet snel genoeg. Dat stelt ook PBL in haar meest recente rapport waarin ze in kaart heeft gebracht wat er nodig is om in 2050 tot een klimaatneutraal Nederland te komen. Zowel op landelijk als op lokaal niveau is snelheid een belangrijk argument. De noodzaak voor zonneparken wordt door gemeentes en RES-regio’s zorgvuldig berekend en beargumenteerd.
Nee. In de kamerbrief 'Aangescherpte voorkeursvolgorde zon' van 26 oktober 2023, heeft het kabinet nieuwe richtlijnen gepubliceerd voor het vergunnen van zonneparken op landbouwgrond. In deze brief staat dat zonneparken op landbouwgrond er wel mogen komen als zij voldoen aan een van de drie uitzonderingen. Die uitzonderingen zijn:
Wat exact bedoeld wordt met deze drie uitzonderingen wordt in 2024 door de 12 provincies verder uitgewerkt. Belangrijk is dat de provincies alle uitzonderingen opnemen. Holland Solar pleit ook voor een zo eenduidig mogelijk beleid in alle 12 provincies en een gezamenlijk begrip van wat deze uitzonderingsgronden betekenen. Om beleidsmakers op weg te helpen met een interpretatie, hebben wij het perspectief van de sector op de invulling hiervan uitgewerkt.
Er worden geen zonneparken op natuurgronden ontwikkeld. Dit is al vastgelegd in de Gedragscode Zon op Land uit 2019. In deze gedragscode zijn regels opgenomen waar ontwikkelaars van zonneparken zich aan moeten houden. Daarnaast wijzen provincies en gemeenten ook geen natuurgronden aan als locatie waar zonneparken vergund kunnen worden.
Als omwonende kan je op verschillende manieren financieel voordeel ondervinden aan een zonnepark in uw buurt. Dit hangt af van de vorm van financiële participatie waar de ontwikkelaar en de omgeving samen voor kiezen.
De mogelijkheid om mede-eigenaar te worden en dus risicovol mee te investeren wordt altijd verkend. Hoeveel rendement kan worden behaald verschilt per zonnepark. Zonneparken verschillen van elkaar in kosten, en dus ook in rendementen op een investering. Wat wel zeker is, is dat een investering in een zonnepark een duurzame investering met relatief laag risico dat een lange-termijn-rendement oplevert.
De gemeente (en/of de provincie) wijzen zoekgebieden aan voor de ontwikkeling van windmolens en zonneparken. In deze beleidsfase wordt bijvoorbeeld uitgezocht in hoeverre de duurzaamheidsambities ingevuld kunnen worden met zonnepanelen op daken en wat er daarnaast nog nodig is aan grootschalige energieprojecten op land. Idealiter betrekken gemeentes hun inwoners al bij het definiëren van zoekgebieden voor duurzame energieprojecten. Veel gemeentes betrekken niet alleen hun inwoners bij de verkenning van geschikte locaties, maar zien het ook als hun rol om inwoners te informeren over de noodzaak van duurzame energie. Zodra er zoekgebieden zijn aangewezen kunnen ontwikkelaars van zonneparken in die gebieden op zoek naar een concrete projectlocatie. Vervolgens worden omwonenden door de ontwikkelaar betrokken bij de invulling van dat specifieke project.
Projectontwikkelaars die zijn aangesloten bij Holland Solar zijn verplicht om de omgeving van het toekomstige zonnepark te betrekken in de vormgeving van het zonnepark. Als omwonende heeft u dus invloed op het ontwerp van het zonnepark. Deze verplichting is vastgelegd in de Gedragscode zon op land van Holland Solar.
In de ‘Gedragscode zon op land’ is vastgelegd dat ontwikkelaars van zonneparken omwonenden betrekken bij het ontwikkelen van het zonnepark. Er zijn grofweg twee soorten participatie: procesparticipatie en financiële participatie. Bij procesparticipatie kunnen omwonenden meepraten over het ontwerp, de groene inrichting en over de vormen van financiële participatie. Bij financiële participatie mogen omwonenden meepraten over manieren om financieel mee te profiteren van de opwek van de groene stroom. De meest gangbare vormen zijn; omwonenden mede-eigenaar te laten worden (lokaal eigendom), obligaties verstrekken, een gebiedsfonds opzetten of een omwonendenregeling te treffen. Meer informatie over participatie is opgenomen in de Gedragscode Zon Op Land.
Participatie in wind -en zonneparken is uniek: geen enkele andere sector – van de transport en logistiek tot de agrarische sector - laat omwonenden zo direct mee praten en meeprofiteren als de duurzame energiesector.
In het Klimaatakkoord hebben overheden, ontwikkelaars, energiecoöperaties en andere partijen afspraken gemaakt over participatie bij het opwekken van duurzame energie, waaronder het streven naar 50% lokaal eigendom bij duurzame energieprojecten. De dertig regio’s die Regionale Energiestrategieën (RES’en) maken, werken hard aan het vormgeven van participatie. Bij steeds meer gemeentes en ontwikkelaars levert dit de vraag op in hoeverre het mogelijk is, om in beleid, regelgeving of bij (project)besluiten dwingende randvoorwaarden te stellen aan de mate van participatie bij duurzame energieprojecten. De factsheet ‘Bevoegdheden overheden bij procesparticipatie en financiële participatie’ laat zien waar juridische mogelijkheden liggen om invulling te geven aan de afspraken uit het Klimaatakkoord over participatie.
Het ontwikkelen en bouwen van een zonnepark vergt een grote investering en gaat in de meeste gevallen om miljoenen. De totale kosten zijn afhankelijk van veel verschillende factoren, waaronder de kosten voor de installatie (o.a. zonnepanelen, onderconstructies, omvormers en netaansluiting), en ontwikkelkosten (vergunningen, onderzoeken, adviezen en rapporten) en de kosten die daaruit voortkomen zoals bijvoorbeeld de afspraken die worden gemaakt over de landschappelijke inpassing (groenelementen om natuur te stimuleren en om het park uit het zicht te onttrekken). Het realiseren van een zonnepark op een voormalige vuilstort, zonnecarport of slibdepot brengt daarnaast aanzienlijke extra kosten mee.
Dit hangt sterk af van de locatie en omvang van het zonnepark en van de ontwikkelaar. Momenteel zijn de investeringen hoger dan de inkomsten van een zonnepark. Daarom draaien zonneparken gedeeltelijk nog op de zogeheten SDE++ subsidie, die de afgelopen jaren wel zeer sterk zijn afgenomen.
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) rekent met een rendement op het eigen vermogen van tien procent over de looptijd van het zonnepark. Uit deze omzet worden kosten betaald voor een optimale ecologische- en landschappelijke inpassing, mogelijke meerkosten in verband met het bouwen op vervuilde gronden, omwonendenparticipatie, en personeelskosten voor het ontwikkelen en onderhouden van het zonnepark. Verder worden er natuurlijk kosten gemaakt in de bedrijfsvoering die niet projectgebonden zijn zoals projecten die uiteindelijk niet door gaan en kosten voor onderzoek. De winst is dan ook veel lager dan de omzet.
Salderen houdt in dat huishoudens en kleine bedrijven die met hun zonnepanelen meer elektriciteit opwekken dan gebruiken, dat kunnen terugleveren aan het openbare net. Voor het overschot ontvangen ze een vergoeding van hun elektriciteitsleverancier. De salderingsregeling geldt niet voor grootschalige zonprojecten
Met behulp van het groen ontwerp, het technisch ontwerp en de juiste beheermethode, bieden zonneparken kansen voor de natuur. Zonneparken bieden een mix van zon en schaduw, zijn vrij van kunstmest en bestrijdingsmiddelen en er komen gedurende de looptijd bijna geen mensen. Dit geeft de dieren, planten en insecten vrij spel.
Eind 2019 zijn over natuur op zonneparken ambitieuze afspraken gemaakt in de Gedragscode Zon op Land, welke samen met natuur- en milieuorganisaties is opgesteld. Zo is afgesproken dat niet meer dan driekwart van de grond wordt bedekt, dat regenwater goed wordt afgevoerd en dat het park toegankelijk is voor klein wild zoals konijnen en vossen.
De leden van Holland Solar zijn actief op zoek naar dit soort kansen om ook de biodiversiteit een handje te helpen. Mooie voorbeelden hiervan vind je in onze brochure ‘Zo dragen zonneparken bij aan de ecologie in Nederland’.
Dankzij wetenschappelijk onderzoek krijgen we steeds meer inzicht in de biodiversiteit op zonneparken. Zo onderzoeken Wageningen Universiteit & Research, onderzoeksbureau TNO, Eelerwoude, Holland Solar en NL Greenlabel met het project EcoCertified Solar Parks wat er nodig is om meer natuurwaarde in zonneparken te krijgen. De onderzoeksresulaten zijn de projectpartners nu aan het doorvertalen naar onafhankelijke richtlijnen en toetswaarden voor zonneparken.
Rijksuniversiteit Groningen onderzoekt de komende vijf jaar op tien zonneparken van verschillende eigenaren in Noord-Nederland hoe de natuur kan profiteren van grootschalige zonneweides. Ze doen het onafhankelijke onderzoek op verzoek van zonne-ondernemer Novar en de provincie Groningen. De eerste resultaten zijn positief. In drie onderzochte zonneparken is een hogere dichtheid waargenomen van muizen, vlinders en bepaalde vogelsoorten in vergelijking met nabijgelegen agrarische gebieden. “Deze bevindingen werpen twijfel op over de gangbare opvatting dat zonneparken schadelijk zijn voor de natuur”, zegt Raymond Klaassen, Projectleider van het Rijksuniversiteit Groningen onderzoek.
Er is nog weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de effecten van zonnepanelen op water. Uit de eerste onderzoeken uit binnen- en buitenland blijkt dat het effect op de ecologie en waterkwaliteit erg afhangt van de omvang van het wateroppervlak in verhouding tot de oppervlakte bedekt met zonnepanelen, en de diepte van het water. Leden van Holland Solar houden hier rekening mee en bedekken daarom vaak maar een klein deel van het wateroppervlak, regelmatig op de diepste delen van de plas. Ook is de voormalige functie van het water van groot belang. Veel drijvende zonneparken worden op (voormalige) industriële wateren of wateropslag plassen geïnstalleerd. Hierdoor is er zo min mogelijk effect op de ecologie. Daarnaast kunnen zonnepanelen in sommige gevallen juist beschutting bieden aan vogels en als broedplaatsen voor vissen dienen waardoor de ecologie juist verbetert. De leden van Holland Solar zijn actief op zoek naar dit soort kansen om ook de biodiversiteit een handje te helpen. Mooie voorbeelden hiervan vind je in onze brochure ‘Zo dragen zonneparken bij aan de ecologie in Nederland’.
De vraag naar elektriciteit zal de komende jaren explosief blijven groeien. Op dit moment groeit de elektriciteitsgebruik harder dan het elektriciteitsnet, en dus raakt het net overvol. Wanneer er te weinig capaciteit beschikbaar is op het elektriciteitsnet om de elektriciteit te transporteren dan ontstaat er netcongestie. Het is dus voor ontwikkelaars van duurzame energieprojecten van belang om vooraf na te gaan of er nog voldoende netcapaciteit is om een project aan te sluiten op het midden- of hoogspanningsnet. Hiervoor kunnen zij bij de netbeheerder een aanvraag indienen met het gewenste vermogen voor een zonnepark. Soms moeten ontwikkelaars weken, maanden of jaren wachten voordat er ruimte is.
Wel kunnen ontwikkelaars van reeds gerealiseerde grootschalige zonprojecten slimme oplossingen bieden om het elektriciteitsnet te ontlasten, zoals het tijdelijk terugschroeven van de opwekcapaciteit (curtailment), het delen van een kabel van bijvoorbeeld een windpark (cable-pooling) en batterijopslag. Daarnaast kunnen bedrijven dankzij koop- en leveringsovereenkomsten (corporate PPA’s) via een directe verbinding, en dus lokaal, zonnestroom afnemen, waardoor het openbare net wordt ontlast. In dit artikel zetten we de verschillende manieren op een rij waarop projectontwikkelaars werken aan het tegengaan van netcongestie.
Door ruimtegebrek in Nederland moeten we steeds meer kijken naar het slim combineren van functies. Het landoppervlakte in Nederland bestaat volgens CBS voor 66% uit landbouwgrond. Daarvan wordt momenteel slechts 0,12% gebruikt voor zonne-energie (onderzoek Kadaster). Vijf keer deze ruimte levert voldoende zonnestroom op om (gemiddeld) 5,6 miljoen huishoudens van duurzame energie te voorzien. Een kleine impact op landbouwgrond dus, maar een grote impact op de energietransitie.
Zonne-energie en het boerenbedrijf kunnen hand-in-hand gaan. De voedselboer kan hierdoor ook energieboer zijn, zie het voorbeeld van melkveehouder Jos de Bie. De agrarische sector wordt vaak getroffen door onvoorspelbare weersomstandigheden, wetgeving, en fluctuerende prijzen. Zonne-energie biedt agrariërs een stabiele en voorspelbare inkomstenstroom, waardoor ze beter bestand zijn tegen deze schommelingen en tegelijkertijd kunnen bijdragen aan de energiebehoeften van Nederland. Dat geeft zekerheid voor hun inkomsten. Bij Agri-PV worden landbouw en de opwek van zonne-energie gecombineerd. Denk bijvoorbeeld aan akkerbouw tussen zonnepanelen of semi-transparante zonnepanelen boven rood fruit.
Na deze 25 jaar (de exploitatietermijn) wordt het zonnepark opgeruimd en krijgt het perceel haar oude bestemming/gebruik terug (veelal agrarisch). De overeenkomsten voor zonneparken worden aangegaan voor een periode van 25 jaar. Dit zijn regels vanuit de overheid (provincie en gemeente) en opgenomen als eis in de vergunning. Daarnaast is dit opgenomen in de opstalovereenkomst (de overeenkomst) met grondeigenaren. De grond wordt geëgaliseerd, omgeploegd, en eventueel ingezaaid. Zonnepanelen bevatten voornamelijk glas en aluminium. De onderconstructie bestaat uit staal. Dit zijn recyclebare materialen.
Zonnepanelen zijn inmiddels al voor 96 procent recyclebaar. Recycling van zonnepanelen is bij wet geregeld in de richtlijn Afgedankt Elektronisch en Elektronisch Afval (AEEA) (de Nederlandse vertaling van de Europese WEEE richtlijn). Fabrikanten en importeurs (dus ook projectontwikkelaars, installateurs en groothandelaren) zijn verplicht hieraan mee te doen. Holland Solar heeft bijgedragen aan de oprichting van de stichting Zonne-energie Recycling Nederland (ZRN). Deze stichting ontzorgt bedrijven bij het naleven van de richtlijnen.
Zonnepanelen zijn gemaakt met glasplaten welke worden aangebracht met een anti-reflecterende coating. Op die manier wordt meer dan 96% van het licht ingevangen. Het licht moet namelijk zo veel mogelijk in de zonnecellen terecht komen om energie op te wekken. Het restant aan zonlicht dat reflecteert, wordt zowel in de zomer als in de winter diffuus in de richting van de hemel weerkaatst. Omwonenden van zonneparken zullen geen last hebben van de schittering van de panelen. Een belangrijke referentie zijn de zonneparken in de buurt van snelwegen en vliegvelden.