Het gaat slecht met de biodiversiteit in Nederland. Planten- en diersoorten nemen snel af en ecosystemen hebben het moeilijk. Daarnáást hebben we de komende jaren heel veel duurzame energie nodig voor de energietransitie. Zonneparken op landbouwgrond bieden naast zonnestroom óók een kans voor biodiversiteit.
Door ruimtegebrek in Nederland moeten we steeds meer kijken naar het slim combineren van functies. Zonneparken op landbouwgrond gaan bijvoorbeeld goed samen met het verbeteren van de biodiversiteit. Dankzij wetenschappelijk onderzoek krijgen we steeds meer inzicht in de biodiversiteit op zonneparken. Zo onderzoeken Wageningen Universiteit & Research, onderzoeksbureau TNO, Eelerwoude, Holland Solar en NL Greenlabel met het project EcoCertified Solar Parks wat er nodig is om meer natuurwaarde in zonneparken te krijgen. De onderzoeksresulaten zijn ze nu aan het doorvertalen naar onafhankelijke richtlijnen en toetswaarden voor zonneparken. Met het EcoCertified Solar Parks label dat hieruit volgt, kunnen zonneparken straks aantonen dat ze voldoen aan die richtlijnen en toetsvoorwaarden. Ook projectontwikkelaars, acht provincies, Rijkswaterstaat en de Natuur- & Milieufederaties werken mee aan het project.
Natuur profiteert
Rijksuniversiteit Groningen onderzoekt de komende vijf jaar op tien zonneparken van verschillende eigenaren in Noord-Nederland hoe de natuur kan profiteren van grootschalige zonneweides. Ze doen het onafhankelijke onderzoek op verzoek van zonne-ondernemer Novar en de provincie Groningen. De onderzoekers hebben inmiddels een nulmeting gedaan en gaan nu vijf jaar kijken hoe de natuur en biodiversiteit zich ontwikkelen. Volgens onderzoeker Raymond Klaassen bevinden de zonneparken zich vooral op (voormalige) landbouwgrond met een monocultuur. Op het land groeide jaren hetzelfde gewas en zijn kunstmest en pesticiden gebruikt. Een tijdelijk zonnepark op het land kan biodiversiteit stimuleren. De bodem wordt al die tijd namelijk niet bewerkt en blijft vrij van kunstmest en pesticiden.
Succesfactoren onderzoeken
De eerste onderzoeksresultaten moeten nog volgen, maar Klaassen merkt al wel verschillen op. Zo ziet hij vogels als de gele kwikstaart en de geelgors broeden tussen de zonnepanelen. Hij is bovendien verrast door de rijkdom aan vlinders. Die moet je normaal gezien met een vergrootglas zoeken in het akkerland. Niet op alle zonneparken zal het effect zo groot zijn,
stelt hij. Daarom is onderzoek ook zo belangrijk – het helpt om te ontdekken wat precies de succesfactoren zijn. Door te compenseren op andere stukken land kun je biodiversiteit over de hele linie verbeteren, benadrukt de onderzoeker. Zo zorgen zonneparken dus indirect ook voor meer biodiversiteit.
Gedragscode zon op land
Ook als brancheorganisatie hebben we aandacht voor biodiversiteit op zonneparken. Zonne-ondernemers die bij ons zijn aangesloten moeten zich houden aan de Gedragscode zon op land. Onze leden beloven hun zonneparken zo in te richten dat ze meerwaarde bieden aan biodiversiteit en geen schade aanrichten aan de bodem. Ook moet er voldoende draagvlak zijn onder omwonenden. Ook Greenpeace, Milieudefensie, Natuur & Milieu, de Natuur en Milieufederaties, Natuurmonumenten, de Vogelbescherming, de vereniging van omwonenden van energieprojecten NLVOW en Energie Samen ondertekenden de gedragscode.
Klimaatdoelen halen
Onlangs heeft het kabinet besloten om zonneparken op landbouwgrond alleen bij hoge uitzondering toe te staan. Dat is enorm jammer. Nederland heeft zonnestroom hard nodig voor de energietransitie. Uit de Klimaat- en Energieverkenning 2023 bleek onlangs dat de vraag naar duurzame energie stijgt sneller dan het aanbod. Dit komt onder andere door de inzet van elektriciteit voor de productie van groene waterstof en in de mobiliteit door de toename van het aantal elektrische voertuigen. Om straks voldoende duurzame energie te hebben en de klimaatdoelen te halen, moeten we alle mogelijkheden benutten. Zonnepanelen op daken zijn hierin het belangrijkst, maar er is méér nodig. Ook zonneparken op landbouwgrond.