De bouw van zonneparken op landbouwgrond wordt vanaf 2024 beperkt. Met enkele uitzonderingen, waaronder de combinatie van landbouw en zonnepanelen. Op die nieuwe ontwikkeling sluit het onderzoek SolarMilk nauw aan. Op vier testlocaties door heel Nederland zet het onderzoek verticale zonnepanelen neer in weilanden. Het doel? Een tool voor melkveehouders om winstgevend zonne-energie én gras te oogsten.
SolarMilk is een initiatief van onderzoeksinstelling TNO, Wageningen Universiteit & Research, landschapsontwikkelaar Eelerwoude en zonneparkontwikkelaars Novar, LC Energy en Statkraft.
Melkveehouders produceren naast melk ook gras. Niet voor niets gebruikt de melkveehouderij 65 procent van het totale grasland in Nederland om koeien mee te voeden. Een groot deel van dat grasland wordt gemaaid, zonder dat er koeien op grazen. Dat gras wordt vervolgens gedroogd, gehakseld of samengeperst en afgedekt zodat het fermenteert en er kuilvoer ontstaat. Zo biedt het grasland dus voeding voor koeien. Nu onderzoekt SolarMilk of datzelfde land óók zonne-energie kan opleveren.
SolarMilk gaat op vier nader te bepalen testlocaties drie soorten zonnepaneel-opstellingen neerzetten. Een ervan staat stil, maar twee ervan bewegen gedurende de dag mee met de zon. Daarmee zijn het unieke opstellingen voor Nederland. Twee groeiseizoenen lang – van maart tot oktober – volgen onderzoekers de energieopbrengst en invloed op grasopbrengst en -kwaliteit. Hierbij kijken ze ook naar de ideale afstand tussen de panelen zodat maaimachines er ook tussendoor kunnen.
“Dit onderzoek is uniek voor Nederland”, vertelt Bas van Aken. Hij is een van de onderzoekers van TNO die bij SolarMilk betrokken is. De combinatie van agrarische activiteiten en zonnepanelen – Agri-PV – wordt al toegepast in Nederland. Maar nog niet op grasland. “In Zuid-Duitsland en Oostenrijk wel”, zegt Bas. “Maar daar heerst een ander klimaat én wordt minder gemaaid, daarom doen we nu onderzoek in de Nederlandse context.”
Het uiteindelijke doel van SolarMilk is heel praktisch, namelijk een digitale tool ontwikkelen. Die moet melkveehouders handvatten bieden om naast grasproductie voor hun koeien ook zonne-energie te produceren. Zo levert hun land dubbel inkomen op. “Met de tool berekenen ze straks de ideale opstelling voor zonnepanelen op hun land, zodat hun grasopbrengst én energieproductie optimaal zijn. Agri-PV kan dan een interessant verdienmodel worden voor veel melkveehouders.”
TNO heeft al verwachtingen over wat de panelen aan energie kunnen opleveren. “Die baseren we op dezelfde soort opstellingen in onder andere de VS en . Maar in de VS bijvoorbeeld zie je natuurlijk een heel ander weerbeeld. Verder zijn we benieuwd wat de meest winstgevende balans is tussen de hoeveelheid zonnepanelen en gras. En kijken we of je met de meebewegende panelen de droogte of vochtigheid van het land eronder kunt beïnvloeden. Wellicht kunnen de panelen zo boeren ook helpen om beter om te gaan met de effecten van klimaatverandering.”
Wageningen University & Research onderzoekt binnen SolarMilk de invloed van Agri-PV op de grasopbrengst en voederkwaliteit. “Zij zijn een belangrijke partner in het project”, stelt Bas. “We weten al dat de hoeveelheid licht de samenstelling van gras beïnvloedt. Dat zien we bijvoorbeeld bij een testopstelling in Lelystad. Als we precies weten wát de invloed is onder welke condities, dan kunnen boeren daarna geïnformeerde keuzes maken over hoeveel panelen ze willen plaatsen, hoe en waar precies.”
In de toekomst is het misschien ook mogelijk om koeien tussen de panelen te laten grazen. “De belangrijkste reden dat we dat nu nog niet onderzoeken, is dat het grootste deel van grasland in Nederland wordt gemaaid, daar lopen dus helemaal geen koeien te grazen. Een andere reden is dat zonnepanelen voor dit doel aan heel andere eisen moeten voldoen, zodat dieren zich er niet aan kunnen verwonden.”
Maar deze optie hopen de onderzoekers na het onderzoek alsnog te bestuderen. “Dan wordt Agri-PV hopelijk voor nog meer melkveehouders interessant. Want de potentie is groot. Je hoeft minder dan tien procent van het grasland in Nederland in te zetten voor zonne-energie om de Nederlandse klimaatdoelen van 2050 te halen.”