De energie-infrastructuur is cruciaal voor de energietransitie. Ondanks onzekerheden moeten er op korte termijn acties worden ondernomen om de energieinfrastructuur voor het duurzame energiesysteem van de toekomst mogelijk te maken. De Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), de Nederlandse Wind Energie Associatie (NWEA), Holland Solar en Energie Samen zijn dan ook blij met de belangrijkste boodschap van de Integrale Infrastructuurverkenning 2030-2050 (II3050), dat er de komende decennia heel hard gewerkt zal moeten worden aan de energie-infrastructuur.
Vooral het elektriciteitsnet moet zeer fors worden uitgebreid, door twee samenhangende ontwikkelingen: door elektrificatie stappen energiegebruikers en masse over op elektriciteit en de opwek daarvan komt vooral uit wind en zon. Ook uit eerdere onderzoeken blijkt dat het verzwaren van de infrastructuur direct nodig is. ‘Voor ons is 2030 morgen en 2050 volgende maand,’ zei Netbeheer Nederland bij de presentatie op 15 april van het PwC-rapport over de financiering van infrastructuur. Ook een onderzoek van CE Delft, in opdracht van onder meer de NVDE, laat zien dat voor veel verduurzamingsprojecten de ontwikkeling van de infrastructuur snelheidsbepalend is.
De organisaties vinden het belangrijk dat er de komende jaren op papier voldoende voorbereid wordt om alle verschillende toekomstbeelden van de energie-infrastructuur mogelijk te maken, en dat is meer dan wat in alle scenario’s robuust is. Dat is verstandig omdat ons toekomstbeeld verder aangescherpt zal zijn als over enkele jaren de papieren voorbereidingen afgerond zijn en er echte investeringsbeslissingen worden genomen. Dan pas kunnen de keuzes definitief worden gemaakt.
Mede daarom ondersteunen de organisaties het voornemen dat deze studie regelmatig een update krijgt. Dit behelst volgens ons onder andere een update van de scenario’s: deze zijn sterk bepalend voor de uitkomsten en de toekomstbeelden voor de lange termijn zijn nog sterk in ontwikkeling. De hoekpunten van het speelveld zullen dus opnieuw moeten worden bepaald, waarbij ook een scenario zou moeten worden meegenomen met een energiehuishouding op basis van binnenlandse productie van hernieuwbare energie, efficiënt energiegebruik en behoud van de economische structuur. Daarnaast is het belangrijk om de kostencijfers verder te actualiseren en de gegevens over ruimtebeslag van wind en zon te verbeteren. De hoge inschattingen daarin voor windenergie worden niet door partijen in die sector herkend. Tot slot is er breder onderzoek nodig naar de potentiëlen, kosten en wenselijkheid van alle opties, inclusief de in sommige scenario’s meegenomen import van grote hoeveelheden aardgas en waterstof. In de loop van de tijd zullen netbeheerders gezamenlijk met marktpartijen en energiecoöperaties, de implicaties voor de netten steeds meer kunnen verfijnen.