De eisen voor zonnestroom projecten in de SDE++ zijn aangescherpt: de netaansluiting wordt nu vastgesteld op 50% van het piekvermogen van de zonnepanelen. Holland Solar heeft de meest gestelde vragen hierover op een rij gezet en beantwoord.
Hoe wordt piekvermogen voor de 50% actief vermogenseis als aansluitvoorwaarde bepaald?
Het wordt bepaald aan de hand van het geïnstalleerd vermogen, dus voor het aantal MWp dat in de SDE++ beschikkingsaanvraag is ingediend en gerealiseerd. Het additioneel vermogen dat wordt gecontracteerd om in te voeden in het elektriciteitsnet mag maximaal 50% bedragen van het aantal MWp dat is aangegeven in de SDE++ beschikkingsaanvraag. Het gaat dus om het gecontracteerd geleverd vermogen, niet de omvang van de aansluiting.
Wanneer gaat de 50% aansluitvoorwaarde in?
Deze voorwaarde gaat in voor de SDE++ ronde van 2022, die opent op 28 juni 2022. Dit geldt dus ook voor al reeds uitgegeven vergunningen voor projecten die deze SDE++ ronde indienen.
Welke categorieën zullen onder deze voorwaarde vallen?
De voorwaarde zal gelden voor alle projecten groter dan 1 MWp, dus dat geldt voor dak, land en watergebonden projecten. Projecten die indienen in de categorieën voor zonvolgende zonnepanelen hoeven niet aan de eis te voldoen, omdat de profielen van zonvolgende installaties al vlakker zijn.
Wordt het verlies aan productievermogen gecompenseerd door de SDE++?
Ja, PBL heeft een berekening gemaakt wat de compensatie in de basisbedragen moet zijn om de verloren inkomsten, doordat er minder productie geleverd kan worden, te compenseren. Zie hier voor het advies van PBL.
Holland Solar ziet dat PBL een eind is gekomen in het berekenen van die verliezen, maar zal in de consultatie voor de SDE++ 2023 aangeven dat lagere netaansluitingskosten niet goed zijn meegenomen voor parken die in het gereguleerde domein zitten omdat daar met staffels wordt gewerkt (kosten nemen dus niet lineair af zoals nu wel is ingeschat). Daarnaast kan het omvormervermogen niet simpelweg naar 50% van het piekvermogen worden afgeschaald vanwege wettelijke eisen en keuzes voor de technisch-economische levensduur van de omvormers. Beide aspecten leiden tot hogere kosten die PBL momenteel niet meeneemt.
Welke looptijd wordt gehanteerd voor de compensatie en de voorwaarde van het aansluiten op 50% van het vermogen?
De compensatie is verwerkt in het basisbedrag en geldt dus voor de gehele looptijd van de beschikking (15 jaar). Na 15 jaar mag de aansluiting (en het gecontracteerd vermogen) ook weer uitgebreid worden omdat de SDE++ beschikking eindigt.
Wat zal met de rangschikking gebeuren als het basisbedrag omhoog gaat?
De rangschikking zal erop achteruit gaan, echter is dit effect beperkt. Met name doordat er geen nieuwe technieken voor zonneparken op land in de rangschikking komen. Voor zon op grote daken is het effect groter, echter hadden die al een betere plek in de rangschikking.
Mag er weer op hogere capaciteit worden aangesloten als de looptijd van de SDE++ beschikking voorbij is?
De voorwaarde voor het invoeden op 50% geldt voor de SDE++ beschikking. Dus als geen SDE++ wordt aangevraagd of de looptijd is verstreken dan geldt deze eis niet.
Wordt bij een bestaande netaansluiting geredeneerd vanuit de basis situatie of wordt steeds vanuit een nieuwe situatie geredeneerd?
Bij een bestaande aansluiting wordt er gerekend met de bestaande gecontracteerde teruglevercapaciteit plus 50% van het piekvermogen van de zonnestroominstallatie die bovenop die aansluiting gecontracteerd mag worden voor uitbreiding van de al bestaande installatie. Dit geldt onder andere ook voor directe lijnen, cable pooling en gebouwen met een verbruik. Het gaat dus om het additionele gecontracteerd invoedvermogen welke niet meer dan 50% van het piekvermogen van de nieuwe installatie mag zijn.
Een fictief voorbeeld:
Hoe gaat de handhaving via Certiq / de netbeheerder op het gecontracteerd leveringsvermogen er uit zien?
Momenteel is de verwachting dat er weinig extra administratieve lasten verbonden zullen zijn aan deze nieuwe eis. De doelstelling is om deze eis te verwerken in de normale aanvraagprocedure voor de SDE++ en aanmelding bij CertiQ wanneer het project is opgeleverd. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland zal bekend maken hoe de handhaving er exact uit komt te zien.
Geldt deze eis ook voor latere uitbreidingsplannen voor een combinatie tussen een zonnepark met bijvoorbeeld een batterij of extra windturbines?
Voor windturbines en batterijen gelden geen eisen aan de aansluitcapaciteit versus het geïnstalleerde vermogen. Het additioneel terugleververmogen kan dus gewoon zoals gebruikelijk is gecontracteerd worden bij de netbeheerder.
Ik heb al een contract met de netbeheerder afgesloten voor het terugleveren op een vermogen hoger dan 50%. Wat moet ik doen?
Als je een aanvraag wil indienen voor de SDE++ regeling en je hebt al een contract afgesloten met de netbeheerder dan dien je zelf met de netbeheerder in gesprek te gaan om het contract aan te passen. Als alleen de aansluitcategorie/contract moet worden aangepast vóórdat werkzaamheden concreet zijn ingepland, dan is het aan de kant van de netbeheerders geen probleem om die aanpassing door te voeren. De netbeheerders gaan er dan dus wel vanuit dat het een wederzijdse goedkeuring betreft (klant gaat er ook mee akkoord); de initiatiefnemer moet zelf aan de bel trekken.
Daar waar de netbeheerder al in het proces van uitvoering van de aansluiting zijn, zullen zij individueel per casus moeten kijken wat mogelijk is. In beginsel geldt naar het beeld van de netbeheerder dat de gebruikelijke voorwaarden voor het omzetten van een aansluitcategorie.
Let wel, als het gaat om een contract wat meer bronnen van teruglevering behelst dan enkel geproduceerd door het zonnepark (batterij, windturbine, etc.) dan dien je alleen het contract met de netbeheerder aan te passen om aan de 50%-eis voor de zonnestroom installatie te voldoen andere delen van het gecontracteerd vermogen kunnen gewoon in stand blijven.
Is het niet zonde dat er minder groene elektriciteit aan het elektriciteitsnet wordt geleverd door deze nieuwe eis?
Ja, absoluut. We moeten de elektriciteitsvoorziening in Nederland snel vergroenen. Het verlies van enkele procenten opwek bij individuele zonneparken is enigszins te overzien, maar als totaal gezien over een groot aantal installaties is een gemiste kans. Het is daarom van groot belang dat flexibele invoeding van groene elektriciteit door middel van batterijen of conversie naar o.a. waterstof op grote schaal in Nederland ingezet gaat worden. Holland Solar maakt zich er hard voor dat dit op korte termijn ondersteund wordt door onder andere de Rijksoverheid. Hiervoor werken we samen met het Actieteam Samen Sneller het net op. Daarnaast zorgt een kleiner gecontracteerd terugleververmogen er wel voor dat er over het geheel meer zonnestroom installaties aangesloten kunnen worden.
Download de Q&A
Wil je de deze Q&A over de 50% aansluitvoorwaarde binnen de SDE++ downloaden als pdf? Klik dan hier!